Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En wij hebben [19]geen brood bij iemand gegeten voor niet, maar in arbeid en moeite, nacht en dag [20]werkende, opdat wij niet iemand van u zouden lastig zijn; 19. Of, geen brood van iemand; dat is, geen spijs en drank genoten; gelijk Gen.3:19. 20. Dat is, boven het zorgvuldig waarnemen van ons apostelambt, ook werkende met onze handen om onszelven te onderhouden, Zie Hand.20:34, en hier voor 1 Thess.2:9.